Geen zee te hoog.
In de locomotieftekst: ‘Wat hebben we vandaag geleerd?‘, wordt het idee geopperd om het volledig schoolse curriculum te digitaliseren. Dit voorstel kwam er na gesprekken met enkele jongeren die de middelbare school vroegtijdig verlieten en via de centrale examencommissie (de vroegere middenjury) hun einddiploma willen halen. De quote waarmee het debat wordt gelanceerd luidt: Haal de leraar uit de klas.
Wie vertrouwd is met het opzet van De Coöperatieve Courant, weet dat de straffe hypotheses vooral bedoeld zijn als provocatie om het debat te animeren. De aangezochte academici en deskundigen worden gevraagd om in hun bijdrage e.e.a. te onderschrijven, tegen te spreken of alternatieven aan te dragen. Hun voorstellen en argumenten die zijn gebundeld in dit tijdschriftnummer, vormen de prelude tot het publieke discours.
In hun tekst: ‘Digitaal onderwijs: gevaren en kansen’ wijzen onderwijseconoom, K. De Witte (KUL) en zijn collega J. Hindriks (UCL) er op dat de implementatie van digitaal onderwijs de traditionele pedagogiek zwaar onder druk zet en vraagt om een culturele omwenteling. Onderwijsexperte K. Struyven (VUB/UHasselt) lijst in haar bijdrage ‘Digitaal onderwijs: ervaren we de toekomst vandaag?’ de strengths & weaknesses op van de implementatie van een (doorgedreven) digitaal curriculum. J. Royackers (Schoolmakers) waarschuwt onder de titel: ‘Digitalisering: doel of tool’ dat een snelle en volledige digitalisering tot een kwaliteitsdaling zou kunnen leiden. De laatste bijdrage ‘De digitale transformatie van het onderwijs. The silent (r)evolution’ is van de hand van J. Veijfeijken, (PXL). Diens onderwijsinstelling – bekend voor haar baseline ‘Hogeschool met de laptop’- is volledig ICT-geïntegreerd. Na de doorgedreven digitaliseringsprocessen in het onderwijs voor de Z-generatie (the digital natives), anticiperen ze nu al met concepten als Augmented Reality en Artificial Intelligence voor de volgende (Z+) generatie.
Het schip
In de haven liggen twee schepen.
Het ene schip oogt als een gammele schuit. Er staan twee kapiteins op de brug die elkaar niet bijster goed liggen. De scheepsprocedures zijn verspreid over verschillende beduimelde boekwerken, veelal gedateerd en vaak onleesbaar. De bemanning is niet gekwalificeerd en het ontbeert hun aan een goede training. Bovendien lijkt hun motivatie niet je dat. De motor is in geen jaren gereviseerd en als navigatietoestellen gebruiken ze een 19°eeuws sextant en een beroest kompas. Van op de wal worden bovendien nog tegenstrijdige adviezen en richtlijnen geroepen in de ijdele hoop een en ander te doen vlotten.
Het andere schip is goed opgetuigd. Er is één kapitein die korte en duidelijke richtlijnen verstrekt. De procedures zijn up-to-date en door de bemanning ingetraind. De matrozen werden geworven na een gedegen selectieprocedure en geven blijk van inzet en enthousasme. Deze boot is uitgerust met de modernste navigatieapparatuur en de motor loopt als een zonnetje.
Wanneer beide schepen uitvaren barst er op zee een zware storm los. Het eerste schip verliest al snel radiocontact. De kapiteins brullen tegenstrijdige bevelen. De zeelui lopen als kippen zonder kop over het dek terwijl de motor het dreigt te begeven. Al snel wordt het schip onbestuurbaar en is het overgeleverd aan de golven.
Op het andere schip worden de ingetrainde procedures gevolgd. Alle matrozen weten wat doen en kwijten zich professioneel aan hun taak. De navigatieapparatuur leidt hen samen met de bekwame kijk van de kapitein door de woeste zee.
Aan welke reder vertrouwt u uw kostbare lading toe?
Ondernemers zijn vertrouwd met deze metafoor die hen aanmaant voorbereid te zijn op crisissen en calamiteiten. Hoe “zeewaardig” was ons onderwijs-schip voor het covid-19 virus uitbrak? Uit onderzoeksrapporten en mediaberichtgeving vernamen we onheilspellende berichten over lerarentekort, niet gekwalificeerde docenten, administratieve overlast, demotivatie, juridische disputen met ouders en leerlingen over leerprocessen en examenresultaten, ideologische discussies op niveau van de koepels en politiek, zesjescultuur, problematiek van de heterogeen samengestelde klassen, …
Als klap op de vuurpijl bleek dan ook nog uit internationale vergelijkende onderzoeken dat de kwaliteit van ons onderwijs keldert.
En toen moest de storm nog losbreken. In maart gingen ook de Vlaamse scholen in lockdown. Al snel bleek de gammele schuit water te maken. Weliswaar waren er heel wat verdienstelijke (ad hoc) inspanningen om alsnog de kinderen digitaal wat leerstof bij te brengen. Maar vaak haperde de machine. Al snel klonken dan ook oproepen tot het overslaan van examens of ten minste ‘aangepaste’ examens waarbij heel wat leerstof niet meer zou worden ondervraagd en moest de lat zeker niet te hoog worden gelegd.
Nu kan men pleiten dat de coronacrisis wel heel onverwacht was en van een exceptionele omvang. Maar hoe hebben de scholen zich voorbereid op door klimatologen reeds geruime tijd voorspelde langdurige hittedagen in lente en zomer en lange en felle regendagen in de herfst en winter die het schoolse gebeuren ernstig kunnen beïnvloeden. Bovendien zijn we allen vertrouwd met gebeurlijke ambtenarenstakingen en stakingen bij het openbaar vervoer, kennen we maar al te best de impact van de (langdurige) absenties van leraars en vergeten we zeker niet het ‘brossen voor de bossen’.
Bovendien verwacht je dat in onze snel evoluerende digitale maatschappij de scholen net early adopters zouden zijn van de ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie (ICT).
Hadden we hier geen grotere performantie mogen verwachten?
‘De leraar is het probleem’
Dit citaat is van de Franse surrealist Jacques Prévert. Het refereert aan zijn gedicht ‘Le cancre’ (de domkop). Vrij vertaald luidt het als volgt:
De domkop
Hij schudt nee met het hoofd
maar zegt ja met het hart
hij zegt ja aan wat hij leuk vindt
hij knikt nee tegen de meester
hij staat voor de klas
en krijgt allerlei vragen
en moeilijke opgaven
plots barst hij uit in een slappe lach
en wist alles uit
de cijfers en de woorden
de jaartallen en de namen
de zinnen en de strikvragen
en ondanks de dreigementen van de meester
tekent hij onder luid gejouw van de slimsten van de klas
met krijtjes in alle kleuren
op het zwarte bord van tegenspoed
het portret van het geluk.
uit Jacques Prévert, Les paroles
Uit dit gedicht leer je dat de opdracht van de leraar immens is. Hij moet met de dromen, illusies, wensen, capaciteiten en sentimenten van de jongeren omgaan. En iedere individuele student heeft zijn eigen besognes, verwachtingen en gaven. Voorwaar een gigantische opdracht waar je alleen het grootste respect kan voor opbrengen.
Zou de implementatie van (verdere) digitale processen de taakstelling van het lerarenkorps niet kunnen faciliteren om hen toe te laten aan de immens hoge verwachtingen te voldoen?
J. Mulkers
red. De Coöperatieve Courant
Juni 2020
A propos: De schriftelijke examens worden bij de middenjury na de lockdown hernomen. De mondelinge examens zijn in deze periode digitaal afgenomen.
Er wordt niet ingeboet op het ‘examenniveau’. Geen geskipte examen, geen ‘coronaclementie’ of gemakkelijker proeven.