[vc_row][vc_column][vc_column_text]
Nabeschouwing digitaal onderwijs.
(draft – onder embargo)
In het voorjaar van 2020 kwamen enkele jongeren aan het woord in het tijdschriftnummer: ‘Het onderwijsrapport’ van De Coöperatieve Courant (www.decooperatieve.be). Zij lijsten de problemen op die zij ervaren in het onderwijs en stellen voor om het ganse onderwijscurriculum te digitaliseren.
Vooraleer actuele en toekomstige uitdagingen met oude remedies te gaan bestrijden, zou het misschien aangewezen zijn even naar hun mening te luisteren.
In het licht van dit tijdschriftnummer werd naar de betrokken sector een sneuveltekst gestuurd (Meester, hij begint weer) als een aanzet tot een onderwijs dat wèl kan rijmen met dit tijdsgewricht.
Mocht u inspiratie zoeken…
Meester, hij begint weer.
Inleiding
Het vierde nummer ‘Onderwijsrapport’ van de Coöperatieve Courant behandelde het idee om het volledige onderwijscurriculum te digitaliseren. (www.decooperatieve.be)
Deze these kwam van enkele jongeren die voortijdig het middelbaar onderwijs hadden verlaten om vervolgens via de middenjury (centrale examencommissie) naar hun einddiploma te trachten.
In voormeld rapport beargumenteren ze hun beslissing. Zij melden hierbij heel wat aspecten die de kwaliteit van het onderwijs onder druk zetten. Hun opmerkingen spoorden met een hele reeks bevindingen en beschrijvingen van onderzoeksexperten, leraars, directies, ouders en leeftijdsgenoten die in de loop van het voorjaar 2019 in de Vlaamse pers ruimschoots aan bod kwamen. Deze media-aandacht hing samen met het bekend raken van internationale onderwijsrapporten die melding maakten van een serieuze daling van de kwaliteit van het onderwijs in België en Vlaanderen.
Covid 19
De coronacrisis maakte duidelijk dat ons onderwijs op vlak van digitalisering een beschamende achterstand heeft. Ad hoc oplossingen om de leerlingen alsnog tijdens de lockdown digitaal lessen bij te brengen, waren verdienstelijk. Het oogde echter allesbehalve professioneel om niet te zeggen amateuristisch. En dit anno 2020 met digital natives in de klas…
Het ‘skippen’ van examens, het gemakkelijker maken van de proeven en coronaclementie waren het antwoord van de onderwijssector. De lekke schuit, die het onderwijs al was, raakte helemaal overgeleverd aan de golven
Twee maanden na het verschijnen van het ‘Onderwijsrapport van de Coöperatieve Courant’, horen en lezen we dat er voor de toekomst m.b.t. het onderwijs enkele grote beslissingen in het vooruitzicht worden gesteld.
Het afstandsonderwijs zou regel worden1, er komen miljoenen vrij voor verdere digitalisering2 en enkele miljarden worden gereserveerd voor de renovatie en bouw van scholen.3 Enfin geld en ideeën genoeg.
1 Maenhout, K., Afstandsonderwijs is een blijver, De Standaard, 26 juni 2020
2 Grymonprez, S., Weyts pompt 35 miljoen extra in digitaal onderwijs, De Standaard, 30 juni 2020
3 Vancaeneghem, J., Weyts gaat duizend scholen (ver)bouwen en wil daarvoor ons spaargeld gebruiken, De Standaard, dd 12 juli 2020
Onderwijs in de 21ste eeuw
In welke mate rijmen de voorstellen en inspanningen die men nu ontplooit met het idee om het volledig schoolse curriculum te digitaliseren in het licht van een hoger kwalitatief onderwijs. Strekken voormelde investeringen en opties tot dit objectief of schiet een en ander aan het doel voorbij.
Als je voormelde maatregelen onder de loep neemt, kan je je bezwaarlijk van het idee ontdoen dat men actuele en toekomstige uitdagingen met gedateerde praktijken wil aanpakken.
Vergelijk het met een bouwwerf waar men kranen en bouwliften ter beschikking heeft, de stenen en mortel via een gammel laddertje naar boven blijft dragen.
- a. WIE?
Welke zin heeft het dat juffrouw Lies Liesens uit Poelkapelle, leraar Jan Jansen uit Bommerskonten of professor Mieke Mellen uit Genoelselderen nog lessen geven (of laten opnemen) op een wijze die tot de vorige eeuw ongetwijfeld nuttig waren, maar met de ontwikkelingen op het vlak van Informatie en Communicatie Technologie (ICT), anno 2020 toch gedateerd lijken. Als je alleen al open sources raadpleegt, kan je over heel wat thema’s van de meest gerenommeerde professoren en deskundigen – tot Nobelprijswinnaars toe- toelichtingen krijgen. Het World Wide Web biedt trouwens bijzonder sterke opnames over alle aspecten die binnen het schoolse curriculum aan de orde zijn. Waarom zou je deze door individuele lesgevers nog eens (dunnetjes) laten overdoen.
Niets weerhoudt ons docentenkorps ervan om samen een sterk programma te ontwikkelen in aanvulling (desnoods vervanging) van bestaande projecten/uiteenzettingen/documentaires/…. en deze voor alle schoolgemeenschappen uit te rollen -als ze tenminste kwalitatief hoger scoren.
Misschien kan men ook eens bij bedrijven navragen wat zij kunnen betekenen voor onze schoolgaande jeugd. In het kader van hun ‘maatschappelijke taak’ zou bijvoorbeeld de banksector een programma kunnen uitwerken met betrekking tot financiële geletterdheid en economie. De farmaceutische sector zou dit kunnen doen op het vlak van biologie en chemie. Mogelijk kan de bouwsector inzake wiskunde en natuurkunde een meerwaarde bieden.
Dit biedt misschien ook mogelijkheden om het schoolse curriculum sterker te laten aansluiten bij de noden aan het bedrijfsleven. Anderzijds kunnen de laatste ontwikkelingen en innovaties in deze sectoren snel bij de studerende jongeren gebracht worden.
Zou men ook de VRT niet in deze ontwikkeling kunnen betrekken? Documentaires over het (Belgische) koloniale verleden of over de holocaust kunnen zo in het schoolse curriculum. Laat dit aanvullen met resumés, vragenlijsten etc. en je hebt de meest boeiende en kwalitatief hoogstaande informatie op een werkzame manier voor studenten samengebracht.
Misschien dat er ook nagedacht kan worden over het inhuren van een ‘productiehuis’. Naast het samenbrengen van alle informatie die in het kader van de eindtermen zijn aangewezen, kunnen ze e.e.a. interactief maken met quizzen en
andere denkspelletjes. Dit zowel op individueel als schools of interscholair vlak. Ook kunnen ze games en andere software aanwenden ten einde de schoolse kennis op de meest enthousiasmerende manier aan de man (student) te brengen.
Met voormelde praktijken kan men een kwalitatief hoogstaand onderwijs ontwikkelen waarvan de investeringen in mensen en middelen relatief beperkt zijn omdat het kan uitgerold worden over heel Vlaanderen. Waarom zouden scholen nog geld, energie, administratie en kopzorgen steken in het apart ontwikkelen van deze programma’s.
- b. WAAR?
Waarom zou je miljoenen uittrekken voor het renoveren en bouwen van scholen, terwijl ICT je mogelijkheden biedt om op eender welke plaats onderwijs te volgen. (En dit trouwens op een ogenblik dat men afstandsonderwijs volop aan het promoten is!4).
4 Maenhout, K., Afstandsonderwijs is een blijver, De Standaard, 26 juni 2020
Welke ruimtes heeft men nodig om onderwijs anno 2020 te verstrekken? Kan het niet in schouwburgen en andere cultuurcentra die door de dag vrij zijn, of in leegstaande bedrijfsruimten, kantoren of winkelpanden.
Als je een afweging moet maken met betrekking tot investeringen in het onderwijs op dit ogenblik denk je toch eerder aan ICT-infrastructuur.
Laat steden en gemeenten hotspots creëren. Laat ze ook voorzien in computers (zoals je nu al vindt in bibliotheken) in voorbehouden ruimtes, zodat de jeugd, wanneer ze er thuis niet de ruimte of middelen voor hebben, toch aan de slag kunnen.
Trouwens, het idee om (exclusieve) schoolgebouwen op te richten lijkt me zwaar gedateerd. Denk nu aan multifunctionele ruimtes die naast studieruimtes voor jongeren ook ontspanning voor senioren, kinderopvang, vergaderruimte voor plaatselijke verenigingen, taallessen voor migranten, avondonderwijs etc. bieden.
Bovendien lijkt het toch te gek dat men in deze tijd – met ons als zwaarbelaste openbare ruimte – nog gebouwen zou oprichten die in de zomermaanden gesloten zijn, net als tijdens herfst-, kerst-, krokus- en paasverlof. Bovendien gaat ieder weekend de sleutel op de deur net als op woensdagnamiddag. Een infrastructuur die trouwens zelden langer open is van 9 tot 16u.
- c. WAT?
Waarom wordt er niet meer ingezet op de nieuwe taakstelling die het lesgevend personeel wacht. In essentie zal de omslag naar het onderwijs van de 21° eeuw er moeten komen door het herdenken van de opdracht en functie van docenten en directie. Zoals in het ‘onderwijsrapport’ aan de orde kwam, staat men voor een ‘cultuuromslag’.
Men zal het onderwijs moeten herdenken en laten sporen met de ontwikkelingen op het vlak van ICT. Welke competenties mag men verwachten van het lesgevend personeel anno 2020?
- d. WAARHEEN?
Het opzet mag duidelijk zijn. Twee decennia ver in de 21ste eeuw met digital natives aan boord dient de school een early adopter te zijn van ICT-ontwikkelingen. De kwaliteit van ons onderwijs moet dringend omhoog waarbij de voorliggende obstakels aangehaald in het voormelde ‘onderwijsrapport’5, worden omzeild.
5 www.decooperatieve.be
De rapporten over de stand van het onderwijs in Vlaanderen leken wel “hopeloos maar niet ernstig”. En de uitbraak van het Covid 19 virus zette de verantwoordelijken helemaal met de billen bloot.
Welke kapitein gaat het ‘onderwijsschip’ terug in de vaart der volkeren brengen? Wie geven we het roer in handen om het onderwijs naar de 21° eeuw te brengen.
Zou een omslag niet kunnen geleid worden door iemand met de ervaring van een CEO in een internationaal bedrijf die ook over een gedegen academische achtergrond beschikt?
Uitleiding
In deze nabeschouwing beperk ik me tot enkele losse bedenkingen. Deze gedachtegang is verre van exhaustief. Zo heb ik het bijvoorbeeld nog niet gehad over het concept ‘kwaliteit’ in het onderwijs, het thema van de heterogene samengestelde studentengroepen (capaciteiten, intellect, origine, cultuur, ….), centrale examens, etc.
Met het lichten van een tipje van de sluier hoop ik mensen uit verschillende maatschappelijke geledingen te kunnen betrekken bij dit thema. Het zou een aanzet kunnen zijn om inzichten te verruimen en het discours te verdiepen.
De uitdagingen zijn duidelijk, de antwoorden dringend.
Op de schouders van onze schoolgaande jeugd rust een zware last. De uitdagingen van vandaag en morgen op vlak van duurzaamheid, migratie, vergrijzing, werkgelegenheid, welzijn, etc. zullen eens hun verantwoordelijkheid worden. Dus als er een maatschappelijke prioriteitenlijst wordt samengesteld inzake doelstellingen voor de toekomst, laat ons dan ‘kwalitatief onderwijs’ bovenaan de lijst zetten, zodat we onze jeugd niet ongewapend de strijd laten aangaan.
Zou dit credo een aanmoediging kunnen zijn om mensen rond de tafel te brengen en te discussiëren over de te nemen stappen naar het onderwijs van de 21°eeuw?
J. Mulkers
Hasselt, juli 2020
[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]